Kinderverzet
Mama werd lastiggevallen door een man, een man opgetrokken
uit strengheid en regels, een man met een slecht humeur, volgens mama was hij
gewoon een grote fan, want ieder bezoek eindigde met de onbekende strenge man
die vroeg om een handtekening. Jef dacht er het zijne van, zo’n fantastische
fan was het toch niet, want elke keer als hij vertrok, werden haar ogen
vochtig, en staarde ze daarna in de keuken voor wel 30 minuten voor zich uit,
met daarbij een paar zuchten die je hart wel konden stoppen, van zo’n
moedeloosheid.
Ooit was mama een gevierde zangeres, haar manager had haar
echter opgezadeld met een schuldenberg toen hij met de Noorderzon vertrok. Jef kon nooit goed volgen toen zijn mama dat
vertelde, had ie immers niet op school geleerd dat de zon nooit opkwam in het
Noorden. Jef had al een kwaaie brief
geschreven naar de manager, maar achter de Noorderzon bestond er geen post
meer, volgens zijn moeder, daar verdwaalden de postduiven en had men geen
computer. Jef dacht er het zijne van,
van zo’n land had hij tenminste nog nooit gehoord. Maar zijn onderzoekende 6-jarige hersenen
waren nog niet in staat om een leugen om bestwil te onderscheiden. Jef was
ervan overtuigd dat de kwaaie fan, waar mama altijd om moest huilen en de Noorderzonmanager
elkaar kenden, want ze mompelde altijd droevig de naam van de manager als de
kwaaie fan vertrok.
“Ik wil niet meer dat ie komt, je fan.” “Fans behoren tot
mijn publiek, ze betalen onze rekeningen, ik kan hem niet weigeren.” Volgens Jef was mama gewoon te lief, ze kon
nooit niemand weigeren, en stond altijd iedereen te woord, hij was tenminste de
man in huis, sinds zijn vader was gestorven een aantal jaar geleden, hij moest
een oplossing bedenken waardoor de kwaaie fan voorgoed zou wegblijven. Zijn onvolgroeide hersenen kraakten en
snorden van plezier toen hij de oplossing bedacht. De fan was altijd piekfijn gekleed, in
driedelig pak, zijn trots was navenant.
Hij moest hem gewoon straffen voor het verdriet, en de
vochtige ogen en de diepe zuchten, zoveel wist Jef al, met zijn zesjarige
hersenen, mama had verdriet.
De volgende dag, 3 x rinkelde de bel, de bel van een
ongenode gast, de bel van de opdringerige fan.
De eerste zucht weerklonk al in de keuken, haar stappen waren minder
enthousiast, alleen al door haar manier van stappen wist Jef wie aan de deur
stond, de ongenode gast, de kwaaie fan. De deur ging open, een arrogante luide
stem vroeg met aandrang naar een kassa, zijn moeder antwoordde met een zachte
snik, haar stem brekend, haast smekend.
Jef zijn hart werd vervuld met kwaadheid, en hij bracht zijn plan tot
uitvoer, hij smeet de oude taart recht in het gezicht van de fan met een
besliste gooi. De man schrok, en riep,
“dit zal je beste dag niet zijn, morgen kom ik terug met bescherming, de
politie staat aan mijn kant. De deur
sloot zacht, zijn moeder sprak tegen hem, in haar vermanende stem, “Jefke, dat
had je niet mogen doen” Maar voor een keer lachten haar ogen, daar was het hem
om te doen, zelfs al was het maar voor een dag.
...een man opgetrokken uit strengheid en regels... prachtig verbeeld in taal, Bart, en wat een bijzonder kind, die Jef... zo jong zo kijken en denken en beslissingen nemen... fijn dat zijn moeder hem begrijpt.
BeantwoordenVerwijderen