Vanmiddag in Antwerpen, de lucht was zwanger van
warmte en zonnestralen
een vriend had een onzalig hete zondag uitgekozen
voor verhuisplannen
zomersfeer, vrolijke mensen, gezond keuvelend zonder
verderfelijke hartkwalen
tot mijn ogen werden gestreeld door een
meisjesachtig brokje natuur, verbannen
was mijn turen, aangetrokken door 160 cm lustgevoel,
schoonheidsidealen
naar de kerker van mijn geest voor een schaterende
lach die jongemannen
fascineert, een korte short wekte de honger van
Suskindiaanse kannibalen
een spannend T-shirtje dat heerlijkheden verborg, ik
fantaseerde fusieplannen
kort afgekapt op stevige beentjes, iets te strakke
kleding volgens vervelende puristen
sexappeal op en top, een gevaarlijke obsessie loert
om de geestelijke hoek
zenuwen als ik met haar sprak, een mollige reus op
lemen vrijersvoeten
geen voer voor bazelende zwervers, een zachte, lieve
glimlach voor columnisten
ik hoorde de onwezenlijke echo van een stem als in
een sprookjesverhaal
en zag tot mijn ontzetting een bebaarde prins haar
volle lippen ontmoeten
Sonnet 169
een vriend
had een onzalig hete hete zondag
uitgekozen voor verhuisplannen
zomersfeer,
vrolijke mensen, gezond keuvelend
zonder verderfelijke hartkwalen
was mijn turen, aangetrokken door 160 cm lustgevoel, schoonheidsidealen
naar de kerker
van mijn geest voor een schaterende
lach die jongemannen
fascineert,
een korte short wekte de honger van Suskindiaanse kannibalen
een spannend T-shirtje dat heerlijkheden verborg, ik
fantaseerde fusieplannen
kort afgekapt
op stevige beentjes, iets te strakke kleding volgens vervelende puristen
sexappeal op en top, een gevaarlijke obsessie loert om de geestelijke hoek
zenuwen
als ik met haar sprak, een mollige
reus op lemen vrijersvoeten
ik hoorde de onwezenlijke echo van een stem als in een sprookjesverhaal