maandag 28 mei 2012

Sonnet 166




De ochtend komt  weer op in het oosten, de vogels fluiten hun verwijtende lied
weer een nacht verspild, opgedraaid van de creativiteit de slaap ontbreken
mijn bleke huid brandt nog na van de eerste middagzon die de vriendentuin toeliet
de lucht kleurt blauw, de dageraad ontwaakt, de dag gaat onvermijdelijk aanbreken
ik vervloek de afspraak in de zotte morgen, een onbehoorlijke geeuw in het verschiet
ik neem een zwijgende trek en kijk toe hoe de rook blauwgrijs een litteken
vormt in de lucht, mijn kat rekt zich uit en maakt zich klaar in haar warrig gebied
ondoorgrondelijk strijkt ze langs mijn benen, een miauw aan het opsparen
als ik haar bakje vul, weer tevredengesteld, zuchtend zet ik koffie
ik hoor de motor van de postbode en een zachte tevredenheid overspoelt me
de voormiddag strekt zich uit als een middeleeuws wandtapijt aan een muur
ik sla de krant open en lees de krantenkoppen, ik wandel met empathie
door het nieuws en de sport, ondertussen fluistert de ochtendpresentator dwaze
melodieën in mijn ontvankelijke oren, ik weet de dag niet te halen zonder siësta uur


Sonnet 166





De ochtend komt  weer op in het oosten, de vogels fluiten hun verwijtende lied






















































































mijn bleke huid brandt nog na van de eerste middagzon die de vrienden tuin toeliet
















































de lucht kleurt blauw, de dageraad ontwaakt, de dag gaat onvermijdelijk aanbreken




























ik vervloek de afspraak in de zotte morgen, een onbehoorlijke geeuw in het verschiet







































ik neem een zwijgende trek en kijk toe hoe de rook blauwgrijs een litteken






















vormt in de lucht, mijn kat rekt zich uit en maakt zich klaar in haar warrig gebied


























ondoorgrondelijk strijkt ze langs mijn benen, een miauw aan het opsparen






























als ik haar bakje vul, weer tevredengesteldzuchtend zet ik koffie






























ik hoor de motor van de postbode en een zachte tevredenheid overspoelt me


























de voormiddag strekt zich uit als een middeleeuws wandtapijt aan een muur



























ik sla de krant open en lees de krantenkoppen, ik wandel met empathie
























door het nieuws en de sport, ondertussen fluistert de ochtendpresentator dwaze


























melodieën in mijn ontvankelijke oren, ik weet de dag niet te halen zonder siësta uur
































Geen opmerkingen:

Een reactie posten