vrijdag 15 juni 2012

Sonnet 185


Gisteren ben ik gaan verhuizen bij een oude kameraad
fris en opgewekt ben ik vertrokken, monter als een zeebries
tientallen dozen stonden op mij te wachten, wachtend op een heldendaad
fluks beklom ik de trappen, slecht 2 verdiepingen voor ik uitblies
kleding opgestapeld in kartonnen dozen, overal verspreid overbodige huisraad
het was een mooie dag, ik zweette niet overdreven maar vermoedde gewichtsverlies
langzaam begonnen mijn benen te protesteren, iedere klim nam ik obstinaat
voor mijn ogen zag ik de kleurenschaal, ik behoefde geen kleuradvies
al het werk verdeeld over verschillende dagen, ik verwacht vandaag een telefoontje
maar toen ik in de auto kroop om naar huis te rijden, begon mijn rug te protesteren
ik lig nu op de zetel, kreunend en steunend als een oude versleten man
ik verwachtte halvelings een kroontje en zeur dan ook wat op een zeurderig toontje
als zij mij opnieuw bellen, er staat nog een wasmachine om te respecteren
engageren zij een gebroken man die niet langer vervuld is van een stappenplan

Geen opmerkingen:

Een reactie posten