met het limoengroene gras van Wimbledon
de fluistergrage Brits commentators in hun onberispelijk
British English, afgewisseld met het vertederende Duits-Engels
van Becker en de arrogante genialiteit die McEnroe zelfs
niet kwijtgeraakt is in de commentaarbox.
Genietend ben ik aan het genieten van onze Waalse
tennisvrienden, wat ik in een onbewaakt ogenblik
vaak meer als het buitenland beschouw dan een
vervreemd Belgisch annex veelal bekend om zijn
bossen en wielerhellingen.
Darcis speelde de match van zijn leven tegen
een bij momenten wankelende en mankende Nadal.
Een van de prinsen in een op Wimbledon maagdelijk
witte sport, bevolkt door uitzonderlijke sportlichamen,
afgetraind, gespierd, het summum van de lichaamscultuur.
De lichaamsbeleving viert hier hoogtij, met de ultakorte
sportrokjes van de dames die een uitzonderlijke benenpracht tonen.
De aanbidding van de sportheld, om zijn doorzettingsvermogen
en sportief egocentrisme, als fysieke navelstaarderij.
De salonsporter, de passieveling staat weer in volle verrukking
voor de atleet, die zijn lichaam tot het uiterste afbeult,
mentaal er bijna onderdoor gaat om het uiterste
van zijn lichaam te vragen. Ik sta in bewondering als voormalig
amateurvoetballer die vooral een broertje dood had aan het trainen.
Ik stel me geen vragen bij de astronomische begragen die zij betaald
krijgen, nu meer dan ooit zijn brood en spelen noodzakelijk
voor het voortbestaan van het Noord-Atlantisch model, onze
mores et sedi, in ruil voor wat sportiviteit vergeef ik hen hun inhaligheid.
Tenslotte moeten zij ook na 10-15 jaar op pensioen, terwijl wij minstens
40 jaar mogen werken, of langer, tijd genoeg dus om onze portemonnee te vullen
door de vruchten van de noeste arbeid, was ik zo sportief getalenteerd,
ik twijfelde geen moment en verbleef enkel tussen ellenlange sexy vrouwenbenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten