Ik ben begonnen met het schrijven
van slechte gedichten, pagina’s lang.
Gedichten als verwerkingstherapie,
als dam tegen de woekerende ziekte.
Nu ontstijgen mijn gedichten soms
de middelmaat, af en toe bereik ik wat ik
wil, een emotie, een lach, een traan.
Dan spreek ik van een mooi gedicht.
Maar wat ik wil, is het schrijven
van bloedmooie gedichten, die
mijn kleine persoon zullen doen
leven als ik er al lang niet meer ben.
Tot ik dat punt heb bereikt, blijf ik schrijven
elke dag opnieuw en kijk ik meewarig
naar het verleden, tot ik besef dat het
verleden me gemaakt heeft tot wie ik ben.