vrijdag 9 maart 2012

Sonnet 41

 
Ik lag vannacht weer eindeloos te draaien en te woelen
omdat ik twijfelde tussen lustdroom en nachtmerrie
uiteindelijk droomde ik van Christopher Daum op paddenstoelen
die me toebeet niet te lopen op atoomenergie
vooraleer onze relatie echtscheidelijk kon bekoelen
probeerde ik het onmogelijke, ook al had ik last van mijn knie
hij leek me wis en waarachtig wel te hersenspoelen
en na een paar flinke slokken of sloten Bacardi
zweefde ik over het veld als was ik een jong veulen
als ik nu mijn droom verklaar heb ik een vriendin
met Duits verleden, toch lijkt het me niet opportuun
als ik vertel dat ik haar apprecieer om haar afbeulen
maar dat ik haar in mijn droom niet zie als ijskoningin
maar als een Duitser met snor, al laat ze mij ook hier niet immuun

Geen opmerkingen:

Een reactie posten