vrijdag 16 maart 2012

Sonnet 58

Als aanhanger van het absurdisme vraag ik mij af
wat de zin van het leven is geconfronteerd met de dood
van vele kinderen, het doel van het leven is niet veraf,
is niet zinloos, enkel leven om te leven, een kopstoot
aan de hiƫrarchie van het bestaan, leven als maatstaf
van het geluk, de toevalligheid als miserabele brokkenpiloot
de individuele mens met vrije wil als onbestaande toverstaf
om zijn leven te veranderen, zoeken naar een zielsgenoot
om zijn leven mee te delen, vrienden om met gedachten
van te wisselen, seks als uiting van de levensvreugde
en voor het voortbestaan van onze soort, sociale status
als waardemeter van het eigen zelfbeeld, gezondheidsklachten
als grootste bedreiging van de menselijkheid, ik verheugde
me er al op ongelijk te krijgen van elke ongeboren foetus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten