is als een lange bergwandeling
die je
afwerkt met een kleine
vervelende
kiezel in je stoere bergschoen
Je verdediging, je weerbaarheid
zijn rekbare begrippen als je
sukkelt
met een zeurderige pijn, als
vanzelf
ga je meer en meer focussen op
je ongemak
Wat ooit een kleine kiezel was
in je stoere bergschoen,
verandert nu je karakter, je
menselijkheid, je zijn
je negeert de pijn tot ze
ontploft, je ontkent, je rationaliseert
je steen, je maakt hem tastbaar, bijna levend
Je verwijdert hem en verzorgt je
wonden, je leert
opnieuw lopen, met vallen en
opstaan, je
verlaat de begane paden en
riskeert je terug in
een keienveld, niet meer in een
bergschoen maar op flip flops
Je familie kijkt geschrokken
toe, zij delen je angst,
je ongeluk, zij lijden ook, ook
voor hen geen soelaas
je bezit nog niet de gave van de
afstandelijkheid,
objectiviteit, de wonde is nog
te vers en veel te rauw
Om hun zorgen te duiden,
wegnemen is wat veelgevraagd
is er een initiatief, praten met
geestverwanten, je staat
niet alleen, similes verzacht de
zeden, al of niet zonder subsidie
taboe doorbrekend, je cocon is
immers maar een krakkemikkige tuinschuur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten