grijze lintbebouwing
aaneengesloten als de verveeldheid
van een fantasieloze bouwpromotor
of gedesillusioneerde architect
achterin rinkelen flessen, vers
gehaald van de sympathieke buurtsupermartkt
Ik erger mij aan het verkeer dat
telkens stremt
ik sla af naar het snelle rijvak,
en moet alle
remmen dichtgooien, ik heb het
gevoel alsof mijn boodschappen
praktisch in mijn nek vliegen of
tenminste op mijn schoot
Een oude monovule zwerft over de
weg, vastbesloten zijn medebestuurders
tot het uiterste te drijven, een
pinker is overbodige luxe,
enkel de sierlijke uitwijkbewegingen
van een gefrustreerde
chauffeur, ik afficheer mijn
middelvinger vruchteloos
Een volgend kruispunt, ik sta nog
op mijn strook,
als de monovolume me veel
brutaler de pas afsnijdt, doet hij het erom
of is het gewoon een achterlijke
klootzak, ik ga naast hem rijden
om verhaal te halen, achter het stuur
een verbouwereerde Chinees
Misschien liggen de regels daar
anders, de man wuift vriendelijk terug,
ik trek op met mijn diesel om de
man kwijt te geraken, maar een diesel is geen
formule 1, vrolijk enerveert hij
nu een kleine Clio achter mij,
ik voel een vorm van poëtische
rechtvaardigheid, slingeren voor
onbevoegden op een anders
gebeurtenisloos stuk streekweg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten