en strekt zich in de koude nacht eindeloos
ver uit, enkel verlicht door de griezelig perfecte volle maan
en duizenden sterren, als ware het kijkgaten van de onbewogen beweger
om onze koortsachtige gejaagde realiteit met verbazing gade te slaan.
In alle windrichtingen is de oceaan vlak,
met af en toe wat rimpelende golven, omzoomd door een schuimkraag.
Het schip heeft de storm amper doorstaan,
en zoekt een veilige haven om aan te meren,
voor de broodnodige herstellingen.
Afscheid nemen valt me zwaar,
graag had ik je egoïstisch nog wat bij me gehad,
jij was en bent een vriendin,
een luisterend oor,
een baken met eeuwig vuur,
de wereld is af en toe bar en onherbergzaam,
maar jouw gezelschap deed me mijn pessimisme vergeten.
We laten je gaan,
je hebt gelijk,
zekerheid is aangenaam,
maar gun me even de tijd om stil te staan,
afscheid nemen valt me zwaar.
Met deze woorden zwaai ik je uit,
een zoekend schip in een woestijn van water,
op weg naar een exotische bestemming,
althans dat houd ik me voor,
de oase wenkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten