Soms wordt een gevoel, een toestand, uitgedrukt in woorden,
maar vaker nog in kleur,
ik zoek vruchteloos naar een begrip,
naar een symbool,
over zwart, tot rood, hemelsblauw en kattenogengroen
De wind blaast de opwaaiende bladen
langs eeuwige voetstappen in het rode zand,
de regen speelt vruchteloos met mijn schaarse haren...
Ik tors een gevoel, als duizend verpletterende kilo's
in een rugzak van ervaringen,
maar buitenaf schijnt de zon
over een hoog voorhoofd en prachtige opgeschoten jukbeenderen
ik kijk in haar ogen
en vermoed de eeuwigheid
Later, lichtjaren verwijderd
lig ik in mijn hangmat
te turen naar de ondergaande zon,
een huivering trekt voorbij,
in woordeloze vijandigheid.
Buiten waait de noordenwind
voorbij mijn armzalige hut.
Een zachte glimlach verdrijft mijn melancholie,
vriendinnen van elke soort en waardigheid,
aarden in profetische woorden
van blauwe verstrekkendheid.
Ik dank hen prevelend, zij zijn mijn eeuwig vuur,
zonder hen vertoefde ik nog in het uitgestrekte zwart,
in de nachtelijke duisternis, maar voor me bungelt een vuur,
een dwaallicht van zachte liefde, respect en vergetelheid.
Zonder hen kon ik niet bestaan, al dank ik hen te weinig,
als vanzelfsprekend zou ik hen nooit hanteren,
voor hen de prachtigheid,
zachte woorden
vermetele beelden
een woordenvloed die nooit stilt
als ik maar mijn muze vind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten