Luiheid

De stilte is mijn bondgenoot
onuitwisbaar, ondoorgrondelijk
alleen onderbroken door de tonen
van een jazz-orkest dat enthousiast
van jetje geeft op fluisterstand

Ik lig bij mijn kat
streel haar zachte vacht
haar spinnen mijn liefelijkste muziek
haar oogopslag traag, lui
wij komen goed overeen, ik en de kat
geen fans van grote uitbundigheid
tenzij in dansverband

Ik bereid me mentaal voor
mijn nieuw kortverhaal aan de orde
ik moet afdalen in de kerkers van mijn geest,
de excessen van mijn ziel
om te schrijven wat ik wil
weeral beïnvloed door jou,
mijn vreemde vriend,
mijn schrijver in nood
macabere geestesverwant

Verdwalen is wat ik wil
mijn luiheid opgeven voor een onverbiddelijke pen
ik wil schrijven en verblijven
tot ik uitgeput ben
ontworteld door mijn geest

Laten we zien of ik er toe kom
het verlangen is groot
mijn ambitie krom
ik verlang naar een sigaret
ik verlang naar een wilde climax
ik verlang naar een goddelijke natuur
beneveld als ik ben in mijn eigen wereld,
als ik maar eens begin...