woensdag 16 oktober 2013

De stilte

De stilte is alom en verstrekkend
haar lange vingers strekken zich uit, 
akelig als een verdorde hanenpoot
zij koestert de nietigheid
het oneindige wezen

De afwezigheid van warmte,
menselijkheid als een mokerslag
wervelwind van willekeur
achterdochtige jaloezie
bespeelt mijn werkelijkheid

De zondaar werpe de eerste steen,
samengebald karakter
een leven in slogans en clichés

ik parafraseer, ik vul aan
leven tussen de stippellijnen
de krijtlijnen tekenen zich af
karikatuur van een bestaan
de dondergod torent boven me uit
ik laveer, kadreer, vereer

De kou doortrekt mijn botten
spieren in een samenhang van broosheid
verlangend naar de maan en de sterren
verschroeid door een blauwe zon
een oceaan van velden

Parelend geklater
stenen weerkaatsen
het prille geluk
de verstomming van ons blijven

moegestreden richt ik me op
geen woord ondoordacht
mijn kattin koestert de momenten 
ik ben er voor haar
als een drenkeling die zich aangetrokken voelt
tot een reddingsboei

ik spartel, ik watertrappel
ik misluk
ik blijf staan
en kijk je doordringend aan
hoe kan ik je overtuigen
hoe verander ik de baan van de zon
de loop van de sterren
hoe verover ik je hart

ik ben op het slechte pad
de weg naar de duisternis
als een dwaalicht
langzaam mijn pad verlicht
en langzaam plagend uitdooft
ik ben alleen met mijn gedachten
wat een hart niet vermag
de donkerste kunst
de prachtigste woorden
de gekoesterde ellende van een would be-kunstenaar

Ik bezorg je de stuipen
ik jaag je de kast op
niet meer zo dan mezelf
ondraaglijk bestaan
in de huid van een gewond dier

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten