puberaal, immatuur,
verlangde ik naar niets anders dan
de volwassenheid
Niet kunnen wachten op te groeien
en het ontvluchten van het ouderlijk nest
op eigen benen staan
de wijde wereld verkennen
Plannen te over
te realiseren met een jeugdige beeldenstorm
Tot het me daagde, met vrijheid
komt verantwoordelijkheid voor je daden
Oud wordt men niet in onze familie
velen vroeg geveld
door een afgrijselijke houthakker
die de longen uit zijn lijf
"Timber" krijst
Wat is dan het testament, wanneer overleef je de dood,
met de reïncarnatieleer, kom ik karmatisch terug als kat
of eerder als regenworm, in het hiernamaals, de eeuwige jachtvelden,
het Nirvana, het walhalla, rijstpap met gouden lepeltjes lepelend
of verblijf je eerder bij Cerberus, de Styx overgebracht door Charon bij
Hades, Lucifer, Beëlzebub, de duivel of satan
Wat baten kaars en bril als de uil niet zienen wil,
enkel hier moet ik het rooien of het redden
of het uitzingen, hier moet ik excelleren om niet vergeten te worden,
een van de velen die onmisbaar waren,
en nu overwoekeren onder het mulle gras
Ik schrijf, ik blijf, ik doe mijn beklag,
tot hopelijk een groot beschrijf en beklijf
Dan blijf ik bestaan, lang na mijn bestaan,
hoelang of hoe kort het moge duren
aan mijn levenstempo kom ik het wellicht ras te weten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten