Ach, kleine zus
wat had ik je graag beschermd
tegen de hardheid van het leven
je in twee omslaande armen genomen
je zacht gesust
Wat had ik graag aan je verteld dat het allemaal niet zo erg is
Al te vroeg op eigen benen
het harde bestaan in gevlucht
nu lig je daar
in het ziekenhuisbed
fragiel, breekbaar
je kracht gebroken
je stem trilt
Ik breng je aan het lachen in een overbodige poging
je wat op te fleuren
wij zijn niet gemaakt voor zoveel emotionaliteit
je vertelt, je breekt
ik weet niet wat te doen
tenzij over je te schrijven
en te zeggen hoeveel ik van je hou
Het leven geen cadeau voor ons allebei,
je stem is zacht,
je schuldgevoel overwoekert
een oplossing niet voor morgen
ik betast je zorgen
en ben enkel goed in overbodig geanalyseer
wat heb je der aan aan een grote broer,
die je verlaat na een enkele knuffel
tenzij een bondgenoot in kwade tijden
als je me toelaat als nooit tevoren
Ik zie je graag, mijn kleine zus,
getergd door het harde leven
duizendmaal sterker dan de grote broer
ik kijk graag tegen je op
ik heb je overschat
ik dacht dat je onoverwinnelijk was
legendarisch
maar verplichte rust is ook van doen voor supervrouw
jouw tempo abnormaal
Niets te vinden in je bloed
wellicht ligt het aan de stress
aan het vele hooi
dat je verzamelt op je vork
morgen bepraat ik je weer
verplicht als je bent te luisteren,
misschien haalt het niets uit
volg je koppig je eigen weg
maar dan heb ik de magere troost
dat ik het tenminste heb geprobeerd
en je minstens diets heb gemaakt
hoe graag ik je zie
en dat ik je nog lang niet wil missen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten