dinsdag 30 augustus 2011

Antwerpen



Universele wereldstad voor de eigen bewoner,
overdag gebaad in een mierzoete drukte,
’s nachts desolaat verlaten als een ontruimde
brandende rampenoefening.

Gehypete buurten als het zuid en het
Saint-tropez van Antwerpen, als het nieuwe eilandje
beconcurreren de rauwe volksheid van
Stuivenberg, de stationsbuurt en den Dam.

Van Boogaloo tot Den Boer van Tienen,
de Pallieter tot den Engel schenken herbergiers
helder gerstenat, betekenisvolle gesprekken en
al dan niet diep uitgesneden dromerige décolletés.

Van de Nueva Era tot de Zaowang, Van de Marco Polo
tot het Yeti House, van de Mostar tot de Mata Mata Pili Pili,
kan u zich laten behagen met voluptueuze gerechten
van alle wereldwijde continenten.

U kan een wereldwandeling maken van de
Joodse buurt tot Chinatown, de Afrikaanse buurt
tot het teloor gegane klein-Odessa, en zuiders verdwalen
Van Borgerokko tot klein-Turkije.

Van Merksem tot Wilrijk, Hoboken tot Ekeren,
Linkeroever tot Centrum, Berchem tot Borgerhout,
overal klinkt de volkstaal even luid, al willen verstarde
Belangers u doen geloven dat men hier binnenkort Arabisch praat.

Van het nieuwe Mas, tot het vernieuwende MuKHA,
het beminnelijke Rubenshuis of het statige Museum
voor Schone Kunsten besprenkelen beleidsmakers
hun stadsgenoten met een portie cultuur.

Beminnelijke arrogantie vermomd als chauvinisme,
smeltkroes van onbeminde culturen
die samenleven als kat en hond,
samengesmeed door de liefde voor ‘t stad.

Havenstad zonder grote zee, maar gevoed
door een levende stroom, als levensader.
De stad verdelend in linker en rechterkant,
van drukke tot stille oeverloosheid.

‘s Ochtends vermeien de klokken van de
onvermoeibare kathedraal de nachtbraker,
op zoek naar liefdesvertier
of zijn laatste pint.

Salvus Brabo gooit wederom met de hand
van de legendarische reus, Druon Antigoon
en geeft zo de toeristen een mooie legende,
voor de naamgeving van mijn mooie stad.

maandag 29 augustus 2011

Afscheid van de vakantie

Ochtendlijke rituelen voor het spoedige ontwaken,
een eerste koffie die de pupillen verwijdt,
de gejaagde wereld gaat totaal aan mij voorbij
op mijn eigen eilandje van onwezenlijke rust.

Binnenkort moeten we er weer aan geloven,
treden we weer bij aan de werkende wereld.
Maar voorlopig kunnen we nog een week genieten
van de traagheid van het leven.

Dit is uiteindelijk de laatste week
voor voorbereidingen en vergaderingen.
Genietend kijk ik naar een vogel
die maar niet landen wil.

zondag 28 augustus 2011

De creativiteit


Schuine ogen knipogen naar de toekomst,
binnensmonds mompel ik haar naam.
Verlegen stiltes in een oase van taal,
fluisterend wandelt ze over mijn vragen

Ingehouden verlangen murmelt
in een uitgesleten stenen bedding.
De stroom zwelt gestadig aan,
gevoed door een verdrietige rivier van onzichtbare tranen

Af en toe bespeelt ze mijn verlangen
naar eigen lof en zelfverheerlijking.
Af en toe besprenkelt ze mijn verstand
Met goudkorrels en karmendijs.

vrijdag 26 augustus 2011

Het feest


Het is bijna zover, alles gekuist, ramen gewassen,
De pintjes gekoeld, de wijn ontkurkt en sterke geshaket,
De soep gepureerd en lasagne gegratineerd,
Olijven gevuld, kaasjes gestapeld en salami gesneden

Het is bijna zover, koelkasten moeten worden verslonden,
Flessen geleegd, voedsel bereid en glazen gevuld,
Dorstigen gelaafd en hongerigen gevoed
Liedjes gespeeld en stemmen gesmeerd.

Was het al maar zover, dan konden we drinken
7 dagen lang, er is genoeg voor iedereen,
Dus drinken we samen,
Sla het vat maar aan

Bots, boem, paukeslag
Daar ging het eerste glas
Maar malen doen we niet daarom,
Het is feest, het is feest.

woensdag 24 augustus 2011

Routineus

’s Morgens steel ik momenten van tederheid,
Geprangd tussen het slurpen van zwarte koffie
En het lezen van grappige lezersbrieven
Samen met de zwarte kat snorren we de ochtend in

De ochtendlijke stilte en de glinsterende dauw zijn
Het ideale decor voor matinale overpeinzingen
Het nieuws der wereld samengebald
In tastbare pagina’s van wereldleed

Zuchtend neem ik plaats achter de computer
Venster op het tijdelijke en vergankelijke
Wachtend op mooie woorden en melodieën
Die het witte blad verfraaien met mijn verzen

dinsdag 23 augustus 2011

Een mooie dag

Ik hoop vandaag op een mooie dag,
hopelijk was je slaap onverstoorbaar
als een dromerige roos en zonder vermoeienis.
Ik hoop vandaag op een mooie dag.

Zohra en ik liggen zelfgenoegzaam te soezen,
op een zetel van onverschilligheid,
onbewust voor bloedrode beurzen
of het gebries van snode bazen.

Ik hoop vandaag op een mooie dag,
buiten zitten in de warme zon.
Al mailend met een oude vriend,
Ik hoop vandaag op een mooie dag.

Noorwegen

De Noorse tragedie tart alle verbeelding,
Het lijden van velen overstijgt elk besef,
Maar het fanatisme van één beperkt jong leven.
De openheid van leven maakt plaats voor orde en tucht.
Breivik lijkt te slagen in zijn opzet, christelijk fundamentalisme
Als dijk tegen het mooie leven.
Het samenlevingsmodel in gevaar door de terreur van een moordenaar.

zondag 21 augustus 2011

Lina

Lina, soms is het moeilijk onder woorden te brengen,
wat het hart echt vermag.
Soms is het moeilijk te zeggen,
waar de grenzen liggen van het hart.
Soms is het moeilijk te duiden,
waartoe innige vriendschap leidt.

Lina, het doel is je te overdichten,
en genieten van wat het woord vermag.
Samen genieten van de vriendschap,
Van een man voor een vrouw.
E-mails zijn gelukkig niet openbaar,
zoniet sprak men misschien schande
van een jongen zijn zoete woord
in het oor van zijn vroegere meid.

zaterdag 20 augustus 2011

Rotzomer

Melancholische ogen verraden trieste dagen
Meren van stilte strekken zich uit over de einder
Winterige meanders kronkelen in de zomer
De verwarde seizoenen bespelen het gemoed

De zon is present met koude stralen
De zomer is blauw en bleek
De regen verdriet lange rokken
En hoogopgetrokken truien

Samen duffelen we ons in
En speuren we naar het zonnevuur
Koppig zet ik de zomertafel buiten
En hoop op een opening in het wolkendek.

vrijdag 19 augustus 2011

Tijd

Dromerig staat de maan in de lucht
Het trage verloop der dagen voorspeld,
Sterren fonkelen ondeugend
Naar de rode woestijn

Landschappen verglijden tijdloos
In een zandstorm van eenzame korrels,
Dwarrelend rond het hoofd van de wandelaar.

Onverschillige dieren geeuwen uitdrukkingsloos
naar de vervlogen tijd.

Schoonheid

Buiten het bestaande valt de verbeelding weg,
naast het vreemde verbleekt het gewone
opalen schittering van juwelen ogen
jukbeenderen als gebeeldhouwde dalen

Schoonheid als bleke schaduw
van de overweldigende fantasie,
het nabije verhoogt het verlangen,
het tastbare als streven van de gloeiende geest

Klaterende stemmen beroeren het verlangen,
als een bergrivier voor de verre wandelaar,
zachte handen, spits als het beste gereedschap
van de verliefde knutselaar.