een fuif, de
regenbosfuif, op het laagste punt van Aartselaar
gevangen tussen
bedrijfsterreinen van Atlas Copco
en wat burleske
weilanden, waar de geur van koeienvlaaien
en ondoorgrondelijke
zwarte ogen met lange wimpers nog hing
De fuif ging
uiteindelijk ook niet door, de regen plensde
onophoudelijk en
herschiep het bosterrein tussen paden
in een
modderpoel waar de bakken duvel dreven
lastig, de
combinatie van elektriciteit en regen
toch wat
teleurgesteld vingen wij het voorbijdrijvende
gerstennat om
toch niet nuchter thuis te komen
Daar op de
uitgeregende regenbosfuif, sprak ik
voor het eerst
met een meisje, als u mij begrijpt
een wat boers
stoer meisje, met stevige kont,
zwarte haren en
een sproetjesgezicht toen
wij beiden onze
natte kleren lieten drogen
na onze versie
van het duvel vissen
Ik was doornat,
slijkerig en licht beneveld
en toch was ik
nog nooit zo heet geweest
ik verlangde
naar een eerste kus als nooit tevoren
daar op het rode
tartan aan de fietsenstalling
De eerste kus is
er uiteindelijk niet gekomen,
aangeboren verlegenheid
en stunteligheid beperkten
mijn succes,
maar een chronische ziekte is toen geboren,
verliefd te
kunnen worden op een meisjeslach,
waarvan ik
jammer genoeg nooit meer ben genezen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten