in een laatste laveloze en
haveloze tocht
een late caféganger kijkt mij
veroordelend aan
ik heb zin hem wat toe te bijten
of overweeg
een karatetrap richting zijn
edele delen
maar ik doe er het zwijgen toe,
trek mijn muts
nog wat dieper over mijn oren en
trotseer de
gure novemberwind die door kieren
waait
Mijn eenzame stappen weerkaatsen
op het het natte
asfalt met een troosteloos
ploffend slissend afkeurend geluid
plof, plof, tsssssssssj,
tsssssssssssssssk
het matte maanlicht weerkaatst in
overgebleven plassen
een druppel glijdt over mijn
wangen, de regen twijfelt
tussen een offensief en het
bijltje erbij leggen
Moedeloos recht ik het hoofd om
wat druppels te vangen
ik waai uit in de koude omhelzing
van herfsttranen
het vocht verzamelt zich op
bereikbare plaatsen
en druppelt langzaam naar beneden
een diepe hoest baant zich uit
mijn borstkas
en echoot weg in de verlaten
straten
ik kuch wat na, als een verroeste
kolenkachel
Ik waad door een wegeltje
kniediep in zwart water
zompig weerklinken nu mijn
voetstappen
thuis trek ik mijn natte schoenen
uit en de doorweekte sokken
ik wrijf door mijn natte haar en
verspreid een nattehondengeur
als de laatste overlevende van
het kille ijzige weer
snijdend door merg en been, het
barre eindeloze seizoen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten