dinsdag 9 september 2014

Het bankroet van Europa

Zoals het de droom is van nobele onbekenden om in de roddelbladen te komen, of beroemd te worden via een auditie bij The Voice, X-Factor, Idool of Big Brother, ieder naar zijn vermeende kwaliteiten, is het de droom van vele politici middels vele megalomane wereldverbeterende projecten de geschiedenisboeken te halen.  Elkeen stelt immers graag zijn eigen legende samen.  Zo is er Erdogan in Turkije, zo was er Bush in de USA en Gorbatsjov in de USSR.  In 1989 had ook Helmut Kohl, de West-Duitse kanselier, een droom, hij droomde van de eenmaking van Oost- en West-Duitsland, wat na de onverwachte val van de USSR weer tot de mogelijkheden behoorde.  Kohl slaagde ook in zijn opzet, wat hem tot een van de grootste Duitse kanseliers maakt, in populariteit enkel voorafgegaan door Adenauer.  Maar hij sloot desgevallend het oog voor de economische realiteit.  In 1990 werd de Treuhandanstalt opgericht, een staatsbedrijf dat moest toezien op de privatisering van de ongeveer 14000 Volkseigener Betriebe.  De Ossies, schimpnaam voor de bewoners van de DDR hadden vele jaren met lede ogen moeten toezien hoe de Wessies economische welvaart kenden en waren een gemakkelijk slachtoffer voor de verkoopspraatjes van de Duitse regering, die de verarmde bevolking grote financiële voordelen voorspiegelden als de winsten van de Treuhandanstalt zouden binnenlopen.  De realiteit is bekend, de massale verkoop van eigendommen aan verlaagde prijzen leidde er uiteindelijk toe dat 2,5 miljoen mensen hun baan verloren en de verliezen van de Treuhandanstalt waren bij haar ontbinding in 1994 opgelopen tot 270 miljard mark.  Waren de economische prognoses te gunstig, hadden de economen zich enigszins misrekend, of hadden de Duitse voorstanders van de eenmaking winstmatig gezien hun slag geslagen en de bevolking staalhard voorgelogen in het kader van hun eigen ontwikkeling.  Ik laat de waarheid in het midden.

Feit is dat Juncker, de nieuwe voorzitter van de Europese commissie een dergelijk scenario ook voorstelt voor Griekenland.  Waarbij moet worden gesteld dat de Grieken al worstelen met de hoogste werkloosheidscijfers in Europa (27.5%).  Het water staat hen al aan de lippen, maar toch moet de citroen nog uitgeperst worden.  Junckers koude stelling dat de Grieken met een roekeloze loonstijging van 106% voor de crisis, de crisis zelf hebben ingeleid, stemt me niet hoopvoller.  Waarschijnlijk is het Griekse politieke wanbeleid grotendeels verantwoordelijk voor de crisis, mede door het casino-kapitalisme van de Amerikaanse banken en aasgierfondsen (Argentijnse benaming voor hedgefunds).  Feit is dat de bevolking het gelag betaalt van het hardvochtige austeriteitsbeleid opgelegd door het IMF.  Om een feitelijke faling te vermijden, en om een nieuwe lening te krijgen zal in Griekenland dus een model worden uitgewerkt naar het lichtende voorbeeld van de Treuhandanstalt.  Volgens mij staan enkele topbankiers, of misschien bij uitbreiding "economic war profiteers" zichzelf al in de handen te wrijven en vertonen zij licht Pavloviaanse speekselsamentrekkingen bij zoveel ongeziene kansen.  Dat de Griekse bevolking nog zwaarder belast zal worden, met massale afdankingen en een verschrompeling van de overblijvende lonen, zal het minste van hun zorgen zijn.

Na de wegvallen van het Sovjet-juk kozen de  Oost-Europese landen na 1990 elk afzonderlijk voor hun benadering van het wilde anarcho-kapitalisme.  Met de verdragen van Amsterdam (1997) en van Nice (2001) werd dit model ook grotendeels ingevoerd in de Europese Unie.  Men kan de Oost-Europeanen amper iets kwalijk nemen, zij droomden ook van de welvaart die het kapitalisme, het enige overblijvende economisch wereldmodel, zou brengen.  De West- Europeanen werd voorgehouden dat de levensstandaard van de verarmde Oost-Europese bevolking zou stijgen tot het West-Europese niveau.  De werkelijkheid ligt zoals altijd in het midden, toegegeven de levensstandaard stijgt in vooral Polen, maar de andere landen balanceren vaak aan de negatieve kant van de balans, met massale volksverhuizingen tot gevolg, een realiteit nog altijd ontkend door de Europese top.  De lonen staan in West-Europa al enkele jaren onder druk met loonmatiging als voorbode, en massale industriële afdankingen.  De industriële kernactiviteiten verschuiven gradueel naar lagelonenlanden in Oost-Europa en ook Turkije, maar vooral richting China, een verdere tendens is al merkbaar door een verschuiving naar Vietnam en Cambodja waar de lonen nog lager liggen en de sociale bescherming onbestaande is.  Een gedroomd wingewest voor veel betrouwbaar malafide ondernemers die het eigenbelang en winstoptimalisatie voorop stellen in het kader van de uitbetaling van dividenden.  De kloof tussen arm en rijk is nog nooit zo groot geweest, en groeit nog steeds onrustwekkend.  Het verdrag van Maastricht uit 1992 ontnam de natiestaten bovendien hun exclusief prerogatief, de devaluatie van de eigen munt om economische rampspoed alvast tijdelijk te counteren.

Een lange inleiding om te besluiten dat het doorgeslagen economisch liberalisme samen met het oprukkende nationalisme een van de grootste bedreigingen vormt voor Europa.  Een van de belangrijkste verwezenlijkingen van Europa is het vermijden van openlijke militaire oorlogen tussen de lidstaten, deze worden nu politiek en economisch uitgevochten, wat een zekere graad van beschaving oplevert, waar de grote Europese leiders zich graag op laten voorstaan.  Als het ondernemingsklimaat echter achteruitgaat, Europa zal nooit de vergelijking kunnen doorstaan ten opzichte van de lagelonenlanden, wat een certitude is, zal onvermijdelijk een sociale revolutie plaatsvinden bij die lagen van de bevolking die verbitterd zijn over het Europese ideaal.  In de eerste plaats zal dit stemmen opleveren voor extreemrechts dat het euroscepticisme ontvoerd heeft, en dit nog meer als vroeger tot een van zijn kernthema's zal laten worden.  België is in die mate een uitzondering, omdat we economisch vasthangen aan de Europese bureaucratie.

De bevolking leeft al veel langer in onvrede met Europa, wat door Europese toppolitici gecounterd wordt met de stelling dat de nationale politici de boter hebben gegeten.  Zij verkopen Europa's weldaden als de hunne en verpakken hun falen in een Europees sausje.  Enfin, de pot en de ketel, en laten we gezellig zwartepieten.  Maar niemand die echt wakker ligt van deze discussie.  Zolang Europa economisch geregeerd wordt door nationaal uitgerangeerde politici, genre Verhofstadt en Juncker zal de situatie nooit veranderen.  Daarvoor hebben de natiestaten de touwtjes op populaire gebieden als buitenlands beleid te graag in handen.  Bovendien zal het sociale ongenoegen enkel maar stijgen bij het groeien van de economische malaise.

Wat de oplossing is voor Europa laat ik in het midden, de oplossing volgens de Europese politici is meer Europa, wat een uitholling van de macht betekent van de natiestaten.  Maar Europa is dermate impopulair dat dit een utopie lijkt waar enkel de Don Quichotes van deze wereld nog achter staan.  Hoe het dan wel verder moet, de opkomst van het groeiende nationalisme en xenofobie, wat evenredig zal stijgen met wederom de welvaart, zal deze beslissing waarschijnlijk nemen.  U krijgt al eerste voorbode bij de referenda in Schotland (17/9)  en  Catalonië(14/11).  Hoe de natiestaten zullen omgaan met het regionalistisch streven van de rijkere regio's, en bij uitbreiding Europa, daaruit zal blijken of de Europese natievorming slechts een vage herinnering wordt over pakweg 20 jaar.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten