woensdag 4 juni 2014

Lieveheersbeestje met stippenvrees

Waterafkerige drenkeling
gondelloze portier
wrakhout van mijn fantasie
doorbloede ader
rampzalige skater

Duikelaar, tuimelaar, Schwalbe
zwaluw van mijn ondergang
roodborsthangzwijn
lieveheersbeestje met stippenvrees
lafhartige mug met smetvrees
vampier zonder tanden
bloeddorstige gekke koe
rund op bokkenpoten

Duizelingwekkende kanarie, kaketoe met imitatiedrang
verafgode olifant
tijger, luipaard, poema
besluiteloze missionaris met voorliefde voor doggystyle







Besluitloze kaatser
worstelaar met claustrofobie
haas met agorafobie
dokter met mensenvrees
misantroop met snor en baard
doorligwond van zetelzucht

Deserteur, minkukel
vlammende repliek

Als ik kon, ik bleef maar preken, 
tegen God en klein pierke
maar af en toe komt het heelal en al
halal in beeld
hijab, chador, niqaab of kimar
walvis met diepwatervrees

Onzin regent bloemen van insecten op onze godverdomse bol,
of waren het nu dagen,
de kartonnen dozen verpakken mijn geruchten
boem paukeslag

Laten we nu maar eindigen,
want de horizon van mijn schrijven komt in zicht
voor ik begin te filosoferen
over een hoer met penetratiedrang.

Laat de tongen maar los,
de Geest is mij verschenenen
niet in de vorm van een gedicht
maar als chip met Jezusmotief.

Brazilië, overvloed aan mooie vrouwen,
je schijnt me perfect
als oord van plezier en vertier,
immers: wat verkiest u:
een Braziliaans godenkind of een Poolse prostituee.

Het voetbal, de belangrijkste nevenzaak
voor al wie bier met nootjes lust.
Osama in een Braziliaanse bar,
waar gaat de wereld naartoe,
tenzij naar het WK
in een sushi van haaienvlees.


dinsdag 3 juni 2014

Chico en Zohra

Mijn katachtige metgezellen,
mijn vriendinnen in een uur van nood
verdienen af en toe een lekkere traktatie.

Vandaag zaten zij te likkebaarden bij het zien en ruiken van een gebraden kip,
een kluif was hun eerste deel,
waarna katachtig gegrom zich ontspon wie het eerst mocht genieten
van het vlezige been.
De kluif is nu verdwenen,
afgesleept naar een locatie "in het verborgene".
Waarschijnlijk om later teruggevonden te worden
als slachtoffer van een hongersnood.

Een bout, een volledige bout,
goudgeel het braadvocht en het knapperige vel,
daaronder de witte heerlijkheid, het vruchtvlees van onze pluimige soortgenoten.

Het genot was hun deel, zelden zo twee gelukkige poezen gezien,
spinnend en snorrend zich aan het te goeddoen van de vleselijke resten.
 Languit liggen ze nu te soezen, het verwerken van hun maal,
met geen stokken meer in beweging te krijgen,
wat lijken ze toch qua luiheid op hun wat kalere baas.

De poten afgelikt, de snorharen opgepoetst,
een karkas als stille getuige van een aanval van gulzigheid.

Welke zonde vraag ik mij af, wij zijn gemaakt om te genieten
van al het prachtige en lekkere dat er bestaat,
gematigdheid vaak een mooie deugd
maar in deze onbetekend als een roze rasperige tong en scherpe hoektanden
hun verscheurend en vermalend karwei voorbereiden.

Ik kan zo genieten van hun genot, als mijn beste vriendinnetjes maar gelukkig zijn,
verspreidt zich bij mij een stille vrede,
dat ik hen nog maar lang kan verwennen
want ze worden er niet jonger op.

Het ene oor heeft een knauw, een ware inkeping, de andere heeft ondertussen een blessure
aan haar oog, de naweeën en sporen van gevechten die niet zouden misstaan in een boksgala,
wat brengen ze mij toch plezier, enkel maar door hun zijn.
Ok, misschien zijn ze niet zo trouw als een hond, maar als ik thuiskom, komen ze meestal aangetrippeld
al verdenk ik hun soms van hongeriger motieven dan de liefde voor hun baas.




Tot slot even mijn waardering uitdrukken voor de volgens
mij bekwaamste poes van het politieke land:




Triviaal in buitenspel

A freak sandstorm in Tehran
republikeinen in Madrid
China wist de herinnering aan Tienanmen

De wereld draait door,
om Otto-Jan Ham te parafreseren
met een even grote snelheid als toen ik nog werkte,
met een even grootte vraatzucht en gretigheid
slaat een muur van zand en puin je vlotjes
in het gezicht en om de wangen in Teheran

Ik sta even buitenspel,
sta even aan de zijlijn
en laat de massa mij passeren
lang mag het niet duren
of ik verval in apathie

Buitengewone schoonheid, 
laaghartige dorpeling
verliest de strijd met zijn drempel aan een voorbijgaande kat.

Zucht, zonder mij gaat het ook
was ik dan niets meer dan overbodig
ben ik overgekwalificeerd
de ronde van instanties achter de rug
"Slecht nieuws, ik ben werkloos"
een overbodige binnenkomer bij ACV
die toch een glimlach ontlokte aan het gezicht van de mooie vrouw.

Bomen ontworteld, verkeer in chaos, in puinhoop,
al het nieuws van voorbijgaande aard,
tenzij de notulen nog even bestaan in het archief 
van mijn geheugen.

De zomer kondigt zich aan met zonneschijn en hittegolven,
met korte rokjes en aantrekkelijke lichamen,
die de winterkoude verjagen achter een te grote zonnebril.

Luie lichamen sippen aan een glas Ice-tea
de zomer kondigt zich aan en ik sta op halt.

Brutale aanslag op mijn financieën,
laat mij het overleven met een minimum aan middelen,
de levensloop van een dichter-zwerver
die zijn mecenas nog niet vond.



maandag 2 juni 2014

Het ravijn

Tegen 120 km/h scheur ik af op een ravijn
diep, donker, bodemloos
met steile wanden, haast kaarsrecht
de sporen van grijpgrage vingers en versleten nagelbedden
tekenen zich af op de wanden.



De wagen, een rode bolide waarvan de remmen het al jaren niet doen,
ik steven af op een fatale crash.
De angst slaat mij om het hart, stressniveaus pieken,
mijn zenuwachtigheid verloopt in adrenaline-opstoten
dalend en rijzend,
mijn haren staan overeind, mijn huid een masker van kippenvel.


 
De zomer zendt haar noodlottige zonnestralen uit,
maar ik blijf koud en kil,
de gieren cirkelen in ovale concentriciteit,
lager en lager over mijn geschaafde hoofd,
zij ruiken bloed.



Dichter en dichter raas ik verder,
zonder maar een mogelijkheid om te stoppen,
wordt dit mijn zwanenzang,
het fatale moment
of word ik weer miraculeus gered,
waar is mijn deus ex machina?



Haast in een religieuze stilte overschrijd ik de afbrokkelende rand,
zonder zichtbare slipsporen,
ik draai tollend om mijn as,
wervelend, zonder kik,
mijn schreeuw is reeds uitgestorven als ik stuiter tegen de wanden,
ik bereid me voor op de misselijkmakende klap,
waar is mijn hoofd, waar is mijn trots,
achtergelaten op de steile rots.


Mijn vriend, wat heb je aangevangen, wat heb je gedaan,
kan je jezelf nog redden in je duizelingwekkende val,
breekt er iemand nog je val?


Langzaam verdwijnen de laatste sporen,
weggevaagd door de omtembare wind,
langzaam vergeet je zijn wezen,
van hem die wou vliegen met vleugels van was.


zondag 1 juni 2014

Voetbal als toekomstmuziek van politieke dieren

Moeilijk vooraf te bepalen
maar de gekte en de waanzin rond de Duivels kunnen alleen nog toenemen
mits een prachtig resultaat in het land van de samba

Zachte balstreling, prachtige baltoets
kronkelende lichamen rond een bal
het voorbeeld van de integratie
de Duivels spelen een sleutelrol
in de toekomst van ons land

Rood, geel en zwart in een perfecte balans
Walen en Vlamingen unite
kan voetbal een natie verheffen boven haar onvolkomenheden
nationale trots het onderwerp,
of misschien lijdend of meewerkend voorwerp
afhankelijk van het resultaat

Voor sporthaters een lastige periode
een groen veld met witte lijnen en overbetaalde sporters
bepalen het gesprek

Hoop rust op hun schouders
kunnen zij waar de andere partijen van dromen
een fatale slag voor de NVA

De schoonheid van het spel afgewisseld met politiek gewin
dromen van verschillend allooi
of waarin een kleine natie groots kan zijn
als haar vertegenwoordigers voldoen
de 23 die stranden, mooie vrouwen en het spel
kunnen afwisselen met wat onschuldig vertier
als ze tenminste niet stranden in een Russische archipel,
een Algerijnse woestijn of in een computerspel in Seoel

Allen duimen, wat ook uw motief kan zijn
redeneren overbodig
in de hoofden van het voetbaldier






De natte droom van de ondernemingen

a.k.a. de afkeer van conservatief rechts voor progressief links en vice versa

Onlangs werd ik ontslagen
op een vrijdagnamiddag rond drie uur
vanwege kostenbesparingen
de mantra van de ondernemende wereld
waar mij het voorrecht werd gegund het laatste uur niet te moeten werken
en vroegtijdig het zinkende schip te mogen verlaten.
Helaas had ik niets in de pap te brokken,
ik werkte immers meer dan een jaar onder interimstatuut
wat in de praktijk neerkomt op geen ontslagvergoeding
voor de gewerkte tijd, wegens altijd aan de slag met weekcontracten,
waardoor het mogelijk wordt werknemers op staande voet te onslaan zonder om te kijken. 
In de praktijk, ook bekend als een groeiende flexibiliteit van werknemers,
hoe u het ook draait of keert, het is eerder asociaal,
maar wederom niets te klagen, enkel ja-knikken en een uppercut incasseren.

Onlangs zag ik een debat tussen een ondernemer (Wouter Torfs) en Yves De Smet,
waar door de ondernemingen werd gepleit voor het honoreren van de rechtmatige keuze
van de Vlamingen, dixit centrumrechts.
Het argument werd aangehaald dat de geest van de verkiezingen moest worden gehonoreerd,
de geest in de fles zijnde een centrumrechtse coalitie van CD&V, NVA en Open VLD.
Torfs hield nog een slag om de arm, al een tijdje is bekend dat de ondernemers NVA verkiezen boven
Open VLD en godbetert CD&V, die de linkse kazakkendraaiers van het ACW vertegenwoordigen,
die ondingen als de index verdigen en pleiten voor horror o horror, het invoeren van een vermogensbelasting.
Dat Koen Geens dit al ten dele heeft voorbereid door het aanleggen van een vermogenskadaster,
speelt zeker niet in het voordeel van de tsjeven, maar zij zijn in Vlaanderen 2014
hoe u het ook draat of keert een noodzakelijk kwaad.

De stelling van De Smet dat een tripartite democratisch even valabel is als de geliefkoosde
ondernemerscoalitie werd aan de overkant niet gesmaakt, ogen schoten vuur, giftige blikken werden uitgewisseld,
de heren bleven beschaafd, toch tenminste in woorden, maar in hun binnenste voerden ze een moddergevecht of
een bikkelhard straatgevecht met venijnige trekjes.  Als dit een afspiegeling is van de afkeer van links en rechts voor mekaar,
wat ook wel bleek uit de uitlatingen van de opgehitste linkse massa in Antwerpen in hun hetze tegen BDW,
of om een Amerikaans voorbeeld aan te halen het verzet van de maffe Tea Party tegen Obama waar de afbeeldingen
van Hitler om je oren werden geslagen,
of dit nu voortkwam uit racisme in het geval van de Tea Party, ongetwijfeld, maar laten we het eerder houden op het niet verwerken van een verkiezingsnederlaag, die van de republikeinen in Amerika of Patrick Janssens in Antwerpen.

What's in a name, progressieven strijden nu eerder om een behoud van de status-quo terwijl conservatieven, van oudsher behoudsgezind, strijden om de kracht van de verandering.  Misschien is het strijden om het behouden van verworvenheden inderdaad progressief, al duiden ondernemers eerder reactionair.  Of een economische afbraakpolitiek met minderbetaalde minijobs, de loskoppeling van de index, en het eisen van meer werknemersflexibiliteit dan wel progressief, voor verandering, of eerder asociaal laat ik in het midden, of tenminste voor uw rekening.

Is er dan een oplossing voor dit achterhaalde conflict, de strijd tussen links en rechts heruitgevonden, voor de politiek geen eenheidsworst tenzij na de vorming van een coalitie, al zullen zij het wel duiden als met linkse en rechtse accenten.

Al blijft de afkeer wel overeind, tussen links en rechts, tussen progressief en conservatief, tussen sociaal en asociaal.
In elk geval is de macht aan de jeugd, en wordt het tijd voor een opzijschuiven van verouderde meningen zoals bovenstaande: want voor ik het weet, bepaalt zij de macht. :)


















Schipbreukeling in een oceaan van zand


Soms huilt het hart 
en komen de woorden niet
Ben je alleen in het fijnste gezelschap,
Ben je alleen met die vallende traan.
Soms schuilt het hart in een overvloed van woorden,
soms laat het hart je in de steek.


Nagelbijtend afwachten 
wat de lange nacht brengt van nieuwe inzichten
een helderheid als de diepste oceaan
een bliksem die je verlicht
de maan die je laat baden in somber licht.


Soms baten woorden niet meer
als de duisternis je hart hult in stilzwijgen
als de liefde enkel een herinnering is van andere tijden
waar je vleugels zijn gekortwiekt door een sadistische handelaar
als je voeten niet meer zweven
maar slenteren over het pad dat je duizendmaal hebt betreden.
Als een gesprek niet meer baat,
en je enige vluchtweg onbereikbaar lijkt,
dan overvalt je dat gevoel,
de draaikolk van een onderwereld
die je voert langs donkere paden
met als enige gezel een onwillige geest.
Als de vrolijkheid je verlaat,
al dan niet kortstondig,
als je jezelf tegenwerkt en in nesten werkt.


Er is dus ofwel geen enkel onderscheid tussen dwazen en wijzen of, als er toch één is, dan is het dat de dwazen gelukkiger zijn daarbij. En wel daarom dat ten eerste hun geluk nauwelijks iets kost omdat een simpele vooropgezette mening voldoende is. Ten tweede omdat zij dit geluk met ontelbare anderen delen. Er is trouwens geen gein aan, iets goeds alleen bezitten.


Bron: Lof der zotheid (1511) 


The memory of you emerges from the night around me.
The river mingles its stubborn lament with the sea.

Deserted like the wharves at dawn.
It is the hour of departure, oh deserted one!

Cold flower heads are raining over my heart.
Oh pit of debris, fierce cave of the shipwrecked.

In you the wars and the flights accumulated.
From you the wings of the song birds rose.

You swallowed everything, like distance.
Like the sea, like time. In you everything sank!

It was the happy hour of assault and the kiss.
The hour of the spell that blazed like a lighthouse.

Pilot's dread, fury of blind driver,
turbulent drunkenness of love, in you everything sank!

In the childhood of mist my soul, winged and wounded.
Lost discoverer, in you everything sank!

You girdled sorrow, you clung to desire,
sadness stunned you, in you everything sank!

I made the wall of shadow draw back,
beyond desire and act, I walked on.

Oh flesh, my own flesh, woman whom I loved and lost,
I summon you in the moist hour, I raise my song to you.

Like a jar you housed infinite tenderness.
and the infinite oblivion shattered you like a jar.

There was the black solitude of the islands,
and there, woman of love, your arms took me in.

There was thirst and hunger, and you were the fruit.
There were grief and ruins, and you were the miracle.

Ah woman, I do not know how you could contain me
in the earth of your soul, in the cross of your arms!

How terrible and brief my desire was to you!
How difficult and drunken, how tensed and avid.

Cemetery of kisses, there is still fire in your tombs,
still the fruited boughs burn, pecked at by birds.

Oh the bitten mouth, oh the kissed limbs,
oh the hungering teeth, oh the entwined bodies.

Oh the mad coupling of hope and force
in which we merged and despaired.

And the tenderness, light as water and as flour.
And the word scarcely begun on the lips.

This was my destiny and in it was my voyage of my longing,
and in it my longing fell, in you everything sank!

Oh pit of debris, everything fell into you,
what sorrow did you not express, in what sorrow are you not drowned!

From billow to billow you still called and sang.
Standing like a sailor in the prow of a vessel.

You still flowered in songs, you still brike the currents.
Oh pit of debris, open and bitter well.

Pale blind diver, luckless slinger,
lost discoverer, in you everything sank!

It is the hour of departure, the hard cold hour
which the night fastens to all the timetables.

The rustling belt of the sea girdles the shore.
Cold stars heave up, black birds migrate.

Deserted like the wharves at dawn.
Only tremulous shadow twists in my hands.

Oh farther than everything. Oh farther than everything.

It is the hour of departure. Oh abandoned one!