weer een halve nacht verkwanseld
ooit moet ik gaan slapen, voor de dageraad
weer zijn vuilroze mond opentrekt
Brieven zijn de deur uit, e-mails weet u wel,
nachtelijke overpeinzingen aan een stilzwijgende werkgever
in het ochtendgloren dreigen de eerste telefoons,
de toegeeflijkheid van patroons voor verwarde dichters
Anonieme bedrijven met een grote portemonee,
het salaris als wurgkoord voor ondernemenden
de nacht schrijdt voort in mijn herinnering,
tot de dag het onverbiddelijk overneemt
en ik mijn bekwijlde kussen achterlaat
Toeristen van de vergankelijkheid, diepe wallen
omringen wilde haren, ik keer je onverbiddelijk
de rug toe, lieve nacht, ooit zal ik je temmen
maar niet vandaag, en niet vannacht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten