Een zachte stem aan de andere kant van de lijn,
haast fluisteren
doet haar verhaal met hoorbare moeite.
De stilte doorbroken, het verdriet levensecht,
de traan is nader dan een ontspannen lach.
Ik troost haar, de kleine zus,
ben haast ademloos, ik denk na maar kom tot niets.
De oplossing cijfert zich weg in zachte tranen.
Dan is ze altijd de kleine zus, als ze zo met me spreekt,
ook al zijn we 80 en 70,
nooit zal ik haar anders zien, altijd zal ik haar willen beschermen,
als een traan over haar wangen rolt.
Dan geef ik haar een kus, maar ik zucht,
ik ben niet bij haar,
ik ben te ver,
ze woont te ver,
"Nee, je moet niet langskomen" zegt ze zacht
"dit moet ik oplossen, wat kan jij eraan doen?"
Ik hang op en kijk haast automatisch naar het scherm
22 voetballers op een groen scherm, toeschouwers in bonte kleuren,
maar ik denk aan haar, aan die kleine zus, haast een melkweg weg,
als ze spreekt met haar overmande stem.
Het leven is niet eerlijk,
en vreugde is vluchtig, maar verdriet blijft hangen
en trekt groeven in je ziel,
waarlangs de tranen volgende keer gemakkelijker kunnen wegvloeien.
Ik bel haar terug,
ze neemt niet meer op,
ergens knapt er iets, en daar komt ze dan,
haar, die ik al zo lang verwacht, een enkele arrogante traan.
Ik twijfel nog even,
de zucht is zwaarder dan de donderwolken boven Antarctica,
ik huiver even, onwillekeurig,
ergens vecht een meisje voor haar geluk, haar gezin en haar leven,
ergens in een melkweg ver van me vandaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten