Zenuwachtige bedrijvigheid
in een verduisterde kamer
met een rode stoel
de zwarte kat drentelt voorbij, en strijkt even langs mijn benen,
en kijkt beduusd bij zoveel nerveuze activiteit
Voor alles is er een eerste keer,
voor een samenkomst in een tuin met opgelaten poëten
wordt mijn realiteit doorprikt
als een rode ballon die de zwaartekracht trotseert
wordt mijn droom niets meer dan werkelijkheid
wankele stappen in een getraumatiseerd leven
babystapjes naar ontwikkeling
De pijl van assen wijst naar het plafond
geklemd tussen wijsvingers die langzaam typen
in een concerto van productiviteit
De eerste keer voor een publiek,
ik herlees mijn tekst,
ik schrijf iets nieuw,
is dit niet zoveel beter,
laat ik het hopen,
ratel ik door zoals bij vriendinnen/poëten
die amper kunnen volgen in een onafgewerkte woordenstroom
Laat ik het aan hen over,
mijn ervarener kompanen,
die ik bewonderenswaardig zal gadeslaan
en met de ogen stelen
Is enkel boegeroep mijn deel of een loden stilte,
die me met slepende tred zal doen afdruipen naar de uithoeken van de tuin
Slapeloos als een slapeloze insomniac
trek ik aan een immer brandende sigaret,
mijn ogen branden,
het licht is onvriendelijk
de vogels zwijgen nog
tenzij in mijn verbeelding
“The last refuge of the insomniac is a sense of superiority to the sleeping world.”
― Leonard Cohen
trek ik aan een immer brandende sigaret,
mijn ogen branden,
het licht is onvriendelijk
de vogels zwijgen nog
tenzij in mijn verbeelding
“The last refuge of the insomniac is a sense of superiority to the sleeping world.”
― Leonard Cohen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten