Als ik dan sterf,
wie kent er nog mijn naam,
wie herinnert zich nog aan mij
als ik gevangen zit in een urn?
Laten mijn katten een traan
voor de man,
die hen zo rijkelijk voorzag van hesp, spek en rosbief?
Of sluiten ze zich aan bij een andere voedselbedeler,
als ik kon vragen, wellicht mag het niet
laat me dan toch gaan met hen aan mijn zij?
Ben ik oud, ben ik verward,
of ga ik te jong...
Morgen is het 11 juni, een belangrijke dag
16 jaar geleden sinds ik mijn vader voor de laatste keer zag.
Altijd melancholie, altijd nostalgie, op die fatale dag,
kan ik erover spreken, kan ik het delen,
of sluit ik mij af zonder te praten.
Wat waren zijn dromen, en zijn ze vervuld,
voor een deel zeker wel,
al leeft zijn naam niet voort,
want ik ben tot zijn spijt nog altijd kinderloos.
Er blijven herinneringen,
die laatste keer dat hij kwam kijken naar mijn voetbalploeg,
het lichaam vermagerd, geteisterd door kanker,
ze moesten mij halen, me zetten uit mijn bed,
omdat ik daar lag met een bevallige deerne met Russische naam,
ik schaamde mij diep, en ging naar café met loden schoenen,
maar hij maalde er niet om,
belangrijk om te zien dat ik leefde en men mij graag zag.
Maar hij had zichzelf uitgeput,
op weg naar huis moeten stoppen
vanwege een niet te harden pijn
enkel maar om mij nog eens te zien bij mijn prestatie in het cafévoetbal.
Met jou zag ik mijn eerste match in een stadion,
met een hotdog, maar waarschijnlijk nog geen bier,
al was het maar Boom, dat vergeet ik nooit.
Je gaf mij tips, en was blij dat ik je overtrof,
al was dat maar in voetbalkwaliteit.
Je leefde kort,
zelfs niet tot 2000.
De € heb je nooit gekend,
al gaf je mij mijn eerste computer,
kansen gaf je mij bij de vleet,
al was ik dan een lastige puber,
mijn afstuderen maakte je niet meer mee,
zoveel momenten die ik nog met je wou delen.
Ik heb je dood ten node verwerkt,
met moeite, het schuldgevoel van een zoon die zijn vader zag aftakelen.
Graag had ik dat je dit gedicht zou lezen,
want ik heb geleerd,
te missen en lief te hebben
al kwam het voor jou waarschijnlijk te laat.
Graag draag ik het volgende nummer op aan jou,
toen je nog leefde heb ik het vervloekt,
vanwege grijsgedraaid,
een punkliefhebber valt niet voor crooners,
maar nu zit ik het helemaal uit,
een ode aan jou van een immer droevige zoon, tenminste toch op 11 juni
maar onthou dit, voor altijd heb je een plek in mijn hart,
een kleine afgesloten plek, waar ik amper mensen toelaat
maar die schrijn is vol goede en slechte herinneringen,
want soms was je een model,
maar dat is het minste wat je van mij kan zeggen,
een aardje naar zijn vaartje,
maar nu zonder verwijl:
Oh Delilah van Tom Jones
en meezingen mag !!
maar nu zonder verwijl:
Oh Delilah van Tom Jones
en meezingen mag !!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten