zindert na in mijn branderig hoofd,
een kleine, zwarte roetrand heeft zich majestueus gevormd
rond mijn pocherig baksel van lettergrepen en verzen
Ik schraap de woorden weg,
die zich verhouden als een klemmende tang tot een overmoedig varken
tot een appeltaart overblijft
die mijn emotionele zus merkwaardig genoeg zou appreciëren
Ik schraap, ik schrap
ik herlees, ik redigeer, ik herwerk,
versie tot versie,
broddelwerk naar meesterwerk,
al hebt u, beste lezer pech,
want u zit nog in de besluiteloze fase
Er blijven alleen overmoedige woorden over in een gesloten context,
die alleen ik ken,
waartoe ik me beken,
en waarin u zich hopelijkerwijs herkent
en me erkent,
tot wat ik ben, en wat ik wil worden,
een krampachtige woordenbroddelaar.
Mijn hart, mijn geest zegt me andere zaken,
dwingt me tot eenzame gematigdheid,
de nederigheid van een beginneling,
die zijn schrijfmeester wil behagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten