zaterdag 25 februari 2012

Sonnet 19


Ik kan een brandende energie in mij voelen
een krachtig kacheltje opgepookt door een mooie vrouw
wat de grootste winterkou niet kan koelen
of wordt evenaard door de ravenzwarte haren van een squaw
ze lijkt me wel te hersenspoelen
nog even en ik bezing meeldauw
ik lig hopeloos heen en weer te woelen
nog even en de lucht kleurt weer aquablauw
ik kan u nog echter niet bevestigen
of zij ook kleurt in het scharlakenrood
als zij mijn schrijfsels onder ogen krijgt
misschien zegt zij me wel wat te matigen
voor haar wil ik eindigen als gesneden brood
want dit is iets wat de rede overstijgt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten