maandag 27 februari 2012

Sonnet 25

Er werd mij vandaag gevraagd naar mijn creativiteit
naar het euvele waarom van mijn vele sonnetten
simpel gezegd: ik heb nu als Afrikanen de tijd
dromerig leef ik, als het ware begeleid door castagnetten
het leven omhelzend in al zijn ludieke absurditeit
schild en vriend met Antwerpse tongval op de Brugse metten
assertiviteit en smeulende agressiviteit als nevenactiviteit
de kleine mensen met enkel krant en tv zijn de nieuwe vedetten
ik kan nu zonder tegenzet de ampele zaak bedotten
al rij ik dan meestal tegen mijn eigen kar
geen grotere slavendrijver als de ongeduldige geest
een volledige rondleiding in de elfengrotten
als noemenswaardig alternatief voor de cocktailbar
ik ben als een kind zo rijk op een piratenfeest

Geen opmerkingen:

Een reactie posten