woensdag 29 februari 2012

Sonnet 29

Vanmorgen was ik nog niet goed wakker
toen ik bij mij thuis koffie wilde zetten
ik had de krant genomen, en een slechte makker,
namelijk een sigaret, ik kraste wat biljetten
ik kan me immers geen verdomde kakker
meer noemen, in weerwil van ochtendlijke kroketten
maar voor langs te gaan bij de vrolijke bakker
begint mijn ochtendlijk leven met wat te chatten
ik hoorde vanuit de keuken een gesis
maar wist me van de prins geen kwaad
ik las wat artikels over het onderwijs
want het werk vormt voor mij toch een gemis
maar genoeg met dit meewarig geblaat
opkuisen nu, want ik vergat de koffiepot, wijs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten