Ik probeer indruk te maken op het meisje met het lange bruine haar,
dat neervalt als een waterval over haast perfecte schouders,
met de parmantige bril.
Wij houden lange gesprekken,
dialogen als een tafeltennisgesprek tussen 2 wereldvermaarde Chinezen.
Af en tuit ze haar lippen,
af en toe een achteloze wenkbrauw,
die hoog in een boog getrokken wordt.
Soms wat ongeloof, een prachtig hoofdschudden,
ze doorprikt mijn argumenten
als waren het glazen ballonnen
die klaterend neerstorten op een ontvankelijke aarde.
Ik kijk uit naar onze momenten,
al moet ik haar betalen,
nee, ze is geen hoer,
ook geen dame van plezier,
die ik zo graag versier.
Op haar probeer ik al mijn trucs,
een cascade van opgedane kennis,
over de jaren heen,
maar ze is niet te vermurwen,
al maak ik volgens haar vorderingen,
in mijn denken.
Ze is een muur,
volledig onbereikbaar,
humor, intelligentie, empathie
op haar heeft het geen vat,
ze heeft alles al gehoord,
ze draagt mijn volledig respect,
ook al citeert ze Freud,
ze is dan ook mijn psychologe.
Graag zou ik haar willen zien kronkelen in allerlei wellustige poses,
maar dat behoort niet tot de realiteit,
zij is professioneel,
niets meer en niets minder,
ik kan genieten van onze gesprekken,
tenzij ze peutert in mijn kindertijd,
dan zou ik haar wel kunnen vervloeken,
de slang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten