maandag 2 april 2012

Sonnet 100

Ik ben al sinds mijn puberteit verzot op kapsters
vroeger ging ik bij een kapster langs met grote borsten
genoeglijk vleide ik me aan tegen haar holsters
en genoot stilletjes van haar zachte aanraking, morsten
we met zachte conversatie, ik zou er blijven tot gletsjers
wegsmolten in de woeste zee, en croissants veranderen in korsten
later zag ik de Franse film “Le mari de la couiffeusse” en speurders
kunnen de ampere verschillen bevatten, ook ik ben op zoek naar haarvorsten
om mijn fascinatie en jeugdherinneringen te bevredigen
ik ben niet op zoek naar een vrouw, maar een haaropmaakster
die me thuis verwent met zachte massages en praatjes
het laatste meisje dat ik in de toekomst wil beledigen
is een nichtje van een vriend, en noemt zich Inanc, ver
verwijderd van de realiteit wandelen wij hand in hand op kronkelige geitenpaadjes

Geen opmerkingen:

Een reactie posten