woensdag 4 april 2012

Sonnet 102

Ik las met genoegen een originele lezersbrief uit Grobbendonk,
van de genaamde Hugo Bavré, voorwaar voor mij onbekend
hierin pleitte hij voor het recht van de werkgevers om zonder geronk
van lastige vakbonden mensen te ontslaan en aan te nemen, verkent
hij de mogelijkheid, om bij de correcte uitbetaling van de contactuele vonk
van het klootjesvolk, managers rijkelijk te verlonen, maar hij miskent
de ontstane afgunst van de syndicaten, zorgen de patroons niet voor het honk
van financiële onafhankelijkheid en maatschappelijk en sociaal herstel
als u het nauw neemt, een moeilijke boodschap om te verkondigen
in crisistijden, het inperken van de macht van gemenelijke organisaties
toplonen voor geldelijke entrepreneurs en het beperken van de lonen
van werknemers om de loonkost te verlagen en de loonhandicap te behartigen
op de keper beschouwd, hoorde ik dergelijke uitmuntende argumentaties
voor de laatste keer in 1933 in verdacht Duitsland van arische godenzonen




 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten