zondag 1 april 2012

Sonnet 97

Vrijdag had ik aan een bierinfuus gehangen op duvel,
zaterdag was vanzelfsprekend een absolute katerdag
ik meen te vrezen voor menige overbodige hersencel
het was dan ook vloeken toen ik de jolijt hoorde van apengedrag
van Jakkes nakomelingen, wild als een aboriginal
ik had beloofd Leni bij te staan tegen mogelijk opstandig gedrag
ik werd helemaal klaarwakker bij het horen van menige decibel
maar was compleet vertederd door een hartveroverende schaterlach
Flore, Seth en Lisa smulden van overheerlijke pannenkoeken
wij zongen en dansten, en maakten kindertekeningen
schattige kinderoogjes, volkomen goudeerlijk en onbedorven
al liet ik het verversen van besmeurde onderbroeken
wel over aan mijn partner in crime, ik deed aan buikspieroefeningen
en liet de tijd vliegen, tot de slaap hen deed muilkorven

Geen opmerkingen:

Een reactie posten