zondag 1 april 2012

Sonnet 96

Ik was dit voorbije weekend bij onvergetelijke vrienden
gammele vrienden met een hart van platinumgoud
was daar toch een onverzoenlijk meisje bij de oudgedienden
het schuimende badzout van de jacuzzi van het mangrovewoud
ik had, ondanks vrouwelijke toegenegen waarschuwingen, bedienden
van het losgeslagen fatum, mijn hard verpand aan het drijfhout
gisteren was mijn sirene der, haar lachje klonk sardonisch, wij dienden
haar nerveuze meedogenloosheid, ik luisterde naar de lokzang van haar ijskoud
hart, zij speelde als tevoren met de aanhankelijkheid van mannen
maar haar spel werkte niet opzwepend, maar eerder geestdodend
het was een belegen film waarvan ik de slechte ontknoping
al had gezien, zij handelde lichtelijk harteloos afgewend
zij sprak kwaad van afwezige vrienden, zij roddelde als een hartpatiƫnt op doping

Geen opmerkingen:

Een reactie posten