woensdag 18 april 2012

Sonnet 114

Het is niet moeilijk te bepalen wanneer ik het geloof opgaf
in mijn eigen naïviteit, toen ik stopte te geloven in de goedheid
van de mens, en verder als cynicus door het leven ging, hieraf
besloot eerst aan het kwade te denken en met droefheid
in het hart afscheid te nemen van mijn kindertijd, hier ging het bergaf
ik ben geen man voor slechtgezinde afwegingen, de stoerheid
van een emotieloze man is bij mij ver te zoeken, de maatstaf
is nog altijd de eigen ziel, zoals bij een praline gevuld met zoetheid
ik ben sindsdien al veel teleurgesteld maar vooral de eerste keer
blijft bij, ik zat nog in een Booms college, als puistige adolescent
toen ik de grote onrechtvaardigheid aan den lijve ondervond
ik zit nog in het zesde en mijn geloof is groot dat ik afstudeer
maar bijna werd ik tegengehouden door een nietige flutvent
een godsdienstleraar, vanwege goddeloze uitspattingen al te bont

Geen opmerkingen:

Een reactie posten