maandag 4 augustus 2014

Puntdicht 43

Must get to a 100, must get to a 100
ondanks opdrogende inspiratie,
ondanks flauwe humor waar je zelfs op café de toogslet niet mee kan versieren,
blijf ik trouw op post tot ik een eeuweling binnendoe,
of in deze festivaltijden, een alleraardigst tentsletje,
die ik vervolgens een frietchinees binnensleur.

Het verval van onze taal,
dit zijn de laatste modieuze trendgevoelige woorden,
maar ooit was ook van dietschen of was het nu duitschen bloed populair,
dan van Dietse of Duitse bloed,
of was Diets nu enkel maar de benaming voor Middelnederlands,
ik geef er geen frank voor of moet ik nu zeggen Euro,
enfin geen zilverling, geen florijn, geen rooie duit, of geen rooie cent
enfin, voor wie al vaker vertoefde in mijn hersenhelft,
u begrijpt me wel.

Voor een streepje duiding,

de duit was gangbaar in de 14de eeuw, 
de rooie cent na 1817,
maar beiden zijn nog terug te vinden in onze taal,
daarom blijf ik koppig "er geen frank voor geven" gebruiken
ondanks de meewarige blikken van de jeugd.

Waar de sterre is bliven stillestaan,
brachten de drie Wijzen immers geen IPad, Ipod en IPhone mee,
maar wierook, mirre en goud,
als ik eens stevig mag vloeken,
GODVERDOMME, 
ik ben een fossiel,
enfin een dinosaurus, misschien een dodo, of binnenkort spijtig genoeg,
ik ben een bij. 


































Geen opmerkingen:

Een reactie posten