donderdag 18 oktober 2012

De schemering

De schemering lacht me grijnzend toe
weer een halve nacht verkwanseld
ooit moet ik gaan slapen, voor de dageraad
weer zijn vuilroze mond opentrekt

Brieven zijn de deur uit, e-mails weet u wel,
nachtelijke overpeinzingen aan een stilzwijgende werkgever
in het ochtendgloren dreigen de eerste telefoons,
de toegeeflijkheid van patroons voor verwarde dichters

Anonieme bedrijven met een grote portemonee,
het salaris als wurgkoord voor ondernemenden
de nacht schrijdt voort in mijn herinnering,
tot de dag het onverbiddelijk overneemt
en ik mijn bekwijlde kussen achterlaat

Toeristen van de vergankelijkheid, diepe wallen
omringen wilde haren, ik keer je onverbiddelijk
de rug toe, lieve nacht, ooit zal ik je temmen
maar niet vandaag, en niet vannacht

Geen opmerkingen:

Een reactie posten