zaterdag 10 maart 2012

Sonnet 44

Ik heb een zachte vriendin met pronte borsten
ze verstopt ze meestal amper in een zomerjurk
haar kapsel is wat recht afgeknipt aan de korsten
ze wordt soms nagefloten door een jonge turk
in vroeger tijden was ze het voer van vorsten
een hoer in bed, een madonna in de keuken, na gelurk
aan sigaretten en het drinken aanslepen voor worsten
toch had ik met haar een ernstig gesprek
over haar grote en mijn kleine problemen
af en toe moet je zorgen voor wat serieux
toch was ik vertederd door de zorg voor haar giechelbek
soms onhandelbaar, maar door haar gekke bekketrekken
was haar dochtertje als een rob in het waddenmilieu

Geen opmerkingen:

Een reactie posten