zaterdag 24 maart 2012

Sonnet 83

Als u mij op de man nu vraagt, Bart, hoe ist?
dan mompel ik iets faliekants onverstaanbaars
ik draai wat met mijn ogen, ik vermijd de mist
ik drentel wat met mijn voeten en doe iets ondefinieerbaars
met mijn handen, ik ben sinds kort geen aartsoptimist
meer, ik bespeur in mijn borstkast iets harteloos en naars
ik beschouwde mij als een moderne versie van een epicurist
maar voel mij nu meer als een zwartkijker, een echte mopperaar
gelukkig heb ik niet de luxe te zwelgen in mijn gevoel
de donkere kant laat ik voorlopig onverkend
ik plan een leuke dag vol activiteiten met mijn neefje
een vrolijke jongenslach als tegengewicht voor Kerstmis in Kaboel
zwartgalligheid is overbodig als je plezier maakt, spelend
met een boefje uit Booischot, de uitweg uit een donker steegje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten