vrijdag 30 maart 2012

Sonnet 94

Pas op, want ik roep de onvermijdelijke Beƫlzebub op
aandacht, want ik roep elke dag op den duvel om te komen eten
opgegroeid voor galg en rad, met vroeger een T-shirt met een doodskop
vroeger lang haar, en les gevend aan allochtonen, en wel analfabeten
ik heb geen gezin, geen vrouw noch kind en soms een katerkop
naart schijnt ging ik wel eens naar foute Antwerpse discotheken
ik ben een dichter-revolutionair en bezocht ooit wel eens een coffeeshop
ik heb foute vrienden, die af en toe thuis luidruchtig komen feesten
hij is om in de gaten te houden, hij is wat vreemd
hij past niet in onze kindervriendelijke buurt
hij vermijdt contact en praat enkel met zijn naaste buren
hij is het type dat zijn vrienden op straat kust en vastneemt
hij is Khadaffi, Al- Assad, of een van zijn trawanten
of althans hij is de kleinburgerlijke variant

Geen opmerkingen:

Een reactie posten