zaterdag 17 maart 2012

Sonnet 62

Ik was zo blij je te horen, gisteren ’s avonds
ik had een lange namiddag gewacht op je zachte sms
ik ben bereid een bijdrage te leveren aan je calamiteitenfonds
voor mij ben je de onbereikbare feniks, de huurmoordenares
van behaagzieke taal, opportunistische onvolkomenheden ondergronds
wanneer ben je voor mij na een prachtig en fout feestje het logeeradres
wanneer gaat onze liefde onuitgesproken eindelijk bovengronds
volgens mij staat je buikje te strak voor het volgen van buikdansles
ik zou je benen eindeloos volgen tot aan de verdwijnende horizon
uren kan ik luisteren naar je verweerde stem en je verhalen
als je schudt met je korte blonde haar, zingt mijn hart
voor jou worstel ik met een 20 meter lange python
want uit jouw wurggreep verlos ik mijn idealen
om jou te zien lachen, breng ik op een gouden schotel mijn donorhart

Geen opmerkingen:

Een reactie posten