dinsdag 22 juli 2014

De onvermoeibare geeuw



Langzaam draait mijn adem zich inwendig, 
om haast stokkend, met een ploppend geluid
zich kenbaar te maken als een onvermoeibare geeuw
die mijn gezicht haast in tweeën splijt
een vale wereld tonend van flets en vergeeld glazuur.

De wallen onder mijn ogen zakken zienderogen
en doen verwoede paarse pogingen
om deze regeringsvorming niet uit te zitten.

Ik geeuw met een pervers genoegen
en herbekijk de toespraak van wijlen prins, nu koning Filip,
een kruising van Klaas vaak en een gedrogeerde kruidenier.
Als ik nu niet de slaap kan vatten,
lukt het mij waarschijnlijk nooit meer.

De slaaparmoede heeft me in zijn greep,
nogmaals een luid hoorbare geeuw,
mijn kat spitst even de oren in perfect onbegrip,
en vlijt zich neer als een gekronkeld opperwezen
dat me eindelijk begrijpt.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten