dinsdag 22 juli 2014

Rupelse overpeinzingen

Bij waterval deinst de rivieren bedding terug naar haar ebbenhouten vloed
Ben je nu een rivier, een stroom, of een meander,
het harde water klotst en klatert voorbij in golven van schuimkoppende onverdraagzaamheid
mijn gezichtspunt blijft onveranderd, aan de houten kaai
waar de rivier de veerpont terugwerpt
alsof ze schrik heeft van de minste aanraking

Het fluisterende, neuriënde water met de oude geur
van slib en riviervervuiling
grijsblauw verstoken van enige vis
laatst is naar het schijnt nog eens leven gesignaleerd
of misschien is het een hardnekkig gerucht
op te groeien aan een stroom laat je niet meer los
tenzij die rivier de naam Rupel draagt

De aaneengesloten lintbebouwing vertoont nu sporen van enige hoogmoed
met fraaie appartementen opgetrokken naar analogie
met rivierpenthouses in het Antwerpse

Wat zie je dan, vraag ik mij af,
als je naar het water kijkt
meer dan afgesleten koppen die botsen tegen hoge kaaien
of vermoed ik enige drijvende nostalgie,
uitgehold schippersbloed
dat verlangt naar de rivier?





Geen opmerkingen:

Een reactie posten